In deze nieuwsbrief: Troosten is vooral aandachtig luisteren · Alternatieven voor rouwclichés · Ervaringsverhalen over troost · Hoe praat je over verdriet? |
En wat zeg of doe je als iemand ontroostbaar lijkt? Therapeutisch coach Tim Overdiek merkt naar aanleiding van het plotsklaps overlijden van zijn vrouw Jennifer daarover op: “Troost was op dat moment een woord dat uit ons vocabulaire leek geschrapt.”
Toch, zegt hij, is troosten eigenlijk weinig meer dan ruimte bieden aan alles wat er bij de ander leeft en speelt. Zonder iets op te moeten oplossen. En die neiging hebben we al snel, zegt klinisch psycholoog Jenna Baddeley in deze nieuwsbrief. Om de ander te willen helpen, maar vooral ook om het ongemak bij onszelf weg te nemen. Maar met aandacht luisteren is vaak al genoeg. Daarom nodigt Overdiek zijn cliënten eenvoudigweg uit met een geruststellend 'Vertel maar'.
Troost bieden bij het verlies van een dierbare begint vaak al voor het overlijden. In Nederland sterven elk jaar ongeveer 120.000 mensen aan een ongeneeslijke ziekte. Goede zorg in die palliatieve fase gaat verder dan alleen zorg voor de patiënt zelf: daar hoort ook emotionele en praktische ondersteuning bij van de naasten. Daarom is de Vereniging leven met dood onlangs lid geworden van Vereniging Palliatieve Zorg Nederland; zo kunnen we ons met andere toonaangevende organisaties sterk maken voor de kwaliteit van leven, rouwen en sterven in die laatste fase. Precies in die volgorde. En dat betekent steeds meer ruimte voor 'Vertel maar' bij een aanstaand verlies.
Troosten begint met die twee welgemeende woorden. Het is eigenlijk niet zo ingewikkeld. Een hartelijke groet, |